Ook in het land
van de zwemmers kent men een paar trucjes waardoor je sneller door het water
gaat. Bent u bekend met de basistechnieken van het zwemmen, maar zou u graag
wat extra trucjes onder de knie krijgen, zodat u sneller de baan doorzwemt?
Bekijk dan onze tips hieronder!
Rolkeerdraai
Het tuimelpunt is
één van de basis trucs in zwemmen. Door deze draai toe te voegen aan uw
zwemroutine worden uw zwemslagen niet onderbroken en krijgt uw volgende baantje
extra vaart. Het tuimelpunt is dus een keerpunt die gebruikt wordt om bij het
bereiken van het eind van het zwembad van zwemrichting te veranderen.
SwimBee Zwemschool
Neem een duik in het water en zwem naar de overkant. Ongeveer één of twee slagen voordat u de muur raakt, duikt u naar beneden. De vluchtige seconden die u onder water bent draait u uw lijf van boven naar beneden, zodat uw lijf weer in de juiste positie boven water komt (halve schroef). Voor een extra snel keerpunt kunt u gebruik maken van de muur. U duikt weer naar beneden, maakt de halve schroef, maar voordat u verder wilt zwemmen plaatst u de voeten op de wand zodat u zich kunt afzetten.
Neem een duik in het water en zwem naar de overkant. Ongeveer één of twee slagen voordat u de muur raakt, duikt u naar beneden. De vluchtige seconden die u onder water bent draait u uw lijf van boven naar beneden, zodat uw lijf weer in de juiste positie boven water komt (halve schroef). Voor een extra snel keerpunt kunt u gebruik maken van de muur. U duikt weer naar beneden, maakt de halve schroef, maar voordat u verder wilt zwemmen plaatst u de voeten op de wand zodat u zich kunt afzetten.
Achterwaarts rolkeerdraai
Let op: Voordat u begint met het oefenen van de
achterwaartse rolkeerdraai, is het verstandig om eerst de voorwaartse
rolkeerdraai in de puntjes te kennen.
Dit is niet alleen verstandig maar ook handig aangezien de twee draaien
erg veel om elkaar lijken; ze beginnen en eindigen alleen anders.
De achterwaartse rolkeerdraai gaat als volgt:
zwem op je rug richting het eind van het zwembad en draai drie slagen voor het
eind op je buik. Let op: wij raden u aan om het aantal slagen per baan te
tellen. Houd u er wel rekening mee dat u ongeveer drie slagen over moet houden
voor uw draai. Je draait op je buik door één
arm als scharnier te gebruiken die de rest van je lijf op je buik draait. Eenmaal op je buik aangekomen voer je de
voorwaartse rolkeerdraai uit. Een halve schroef is nu niet nodig, want u blijft
verder zwemmen op uw rug. Zorg er wel voor dat u zich weer afzet tegen de muur,
hiermee wint u extra snelheid.
Drafting
Drafting, ook wel
bekend als slepen, betreft de ietwat onsportief activiteit van “het nauw
zwemmen achter iemand die iets sneller is dan u, zodat u naar de kust zwemt op
hun kielzog”. Ofwel u leunt op de schouders van zwemschool amsterdam anderen om de zwemsnelheid te
behouden. Hoe u dat kunt doen? Ga dicht achter de persoon voor u zwemmen.
Bilaterale ademhaling
Veel zwemmers
ademen tijdens het zwemmen via één long in. Deze long staat gelijk aan de kant
van hun lichaam waarop zij draaien als ze lucht nodig hebben. Toch is het veel
beter en verstandiger om via beide longen in te ademen: je krijgt meer zuurstof
én je balanceert hierdoor je zwemslagen. Door deze balans neemt de snelheid en
efficiëntie van je zwemvaardigheid toe. Ofwel, wij raden alle zwemmers aan om
het ademen, en bijhorende draaien, af te wisselen tussen rechts en links.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten